Periode Posthuis tot heden
Door: Magnus Souverein
Vanaf mijn 14e jaar was ik al aan het werk want doorleren was niet aan de orde.
Het gezin waarvan ik deel uit maakte bestond namelijk uit 9 kinderen. En er moest brood op de plank komen. Eerst werkte als ik leerling banketbakker, maar de bakkerij sloot z'n deuren. Toen ben ik in Leeuwarden gaan werken bij de zuivelfabriek Frico (toen kaas melkpoeder fabriek). Dat was geen pretje zo'n vieze lucht hing daar. Ook Douwe Alkema uit Franeker werkte daar en samen zijn we inderdaad door die voorlichtingsbijeenkomsten in Franeker (geleid door dhr. Blom) bij de PTT gaan werken. Ik vond dit een verademing, voortaan in de buitenlucht werken in plaats van in de stank.
Op 3 oktober 1960 moest ik me melden in het Postdistrict aan het Delftseplein. Weken heb ik met m'n hoofd in de wolken gelopen, niet van verwaandheid maar door de hoge gebouwen. We werden gehuisvest in het oude postkantoor aan de Conradstraat.
De cursus werd gegeven in een gebouw naast het telegraafkantoor, met uitzicht op de Laurenskerk. Gelukkig kregen we ook sport en daar hield ik wel van, zodat ik ook m'n zwemdiploma heb kunnen halen. Tijdens voetbalpartijtjes kon de sportleraar niet zo tegen z'n verlies als hij door die boeren werd uitgespeeld. Ik kan me ook nog herinneren dat tijdens een van die partijtjes Hans Faber na een botsing met een tegenspeler, als een blok tegen de grond sloeg. Uit z'n wenksbrauw gutste het bloed (was geen leuk gezicht), maar gelukkig is alles goed gekomen met Hans.
Op een gegeven moment moesten we een tussenexamen doen. Degene die het niet haalden kregen een herexamen. Als je ook dat niet haalde kreeg je ontslag. Nou, wat heb ik het benauwd gehad. Ik moest er niet aan denken om een baan in de buitenlucht op te moeten geven. Gelukkig liep het voor mij goed af maar sommige jongens moesten afhaken waaronder ook Douwe Alkema.
Over de ramp bij Harmelen wil ik het maar niet meer hebben, dat heeft Lume Hoogehuis uitstekend verwoord, hoe wij onder die omstandigheden geprobeerd hebben een helpende hand te bieden aan mensen die het moeilijk hadden.
In 1962 werd het Posthuis helaas ingeruild voor een gastgezin. Lume Hoogerhuis heeft al het een en ander gememoreerd hoe het daar was. Nadat Lume weg was moest Dirk de Vries het veld ruimen. Vraag me niet naar de reden daarvan want dat weet ik niet meer. In dat gastgezin heb ik mijn huidige vrouw ontmoet (inmiddels al 46 gelukkig getrouwd), zij speelde (gitaar) in bandje met de zoon (accordion) van het gastgezin.
Door prive omstandigheden zijn we in september 1963 getrouwd en gaan inwonen bij het gastgezin. Dat was de grootste vergissing, maar ja een onderdak vinden was niet gemakkelijk in die tijd. Gelukkig konden we door een collega al snel verhuizen naar een 2 kamer woning aan de Hooidrift in Rotterdam.
De cursus, sport en het verblijf in het internaat Het Posthuis heb ik als een lot uit de loterij ervaren. Wat ik altijd jammer heb gevonden is dat ik niet in staat was i.v.m. een oude breuk aan m'n voet de vierdaagse te lopen. Even was er hoop dat ik mee mocht als begeleider. Maar hoofd personeelzaken vond dat het Berry Jansen (de sportleraar) zijn taak was.
Tijdens de cursus moest je ook praktijkervaring opdoen. Dit heb ik op het bestelkantoor van Rotterdam-West gedaan, waar ik ook na de cursus werd gestationeerd. De twee jongens die ik mij goed kan herinneren zijn Piet van Bruggen en Lume Hoogerhuis. Piet en ik filosofeerden er altijd over om na onze militaire diensttijd te gaan emigreren naar Cannada om daar boer te worden, hetgeen ik wel zag zitten. Ben benieuwd hoe het met Piet is vergaan, hopelijk zie ik hem op de reunie.
Maar iedereen van mijn leeftijd ging de militaire dienst in en ik werd buitengewoon dienstplichtig. M.a.w. ik bleef als broekje alleen achter bij de oudere bestellers.
Toen de jongens in dienst gingen (hetgeen ik vreselijk vond om alleen achter te blijven), kon ik solliciteren op een baan als expediteur op het Delftseplein. Die sollicitatie liep nog bijna op een fiasco uit. Want ik moest op een zaterdag werken maar ik was ziek geworden na een avondje stappen. Het gastgezin waarin ik zat wist van het avondje stappen en de heer des huize was expediteur op het Delftseplein, dus durfde ik me niet via het gastgezin ziek te laten melden. Dit deed ik via een briefkaart, achteraf dom! dom!. Een collega besteller van mijn werk wist ook van dat feestje en zij moest met overige collega's mijn wijk opdelen, dus ging ze me verraden.
Op maandag stond er een besteller op de stoep en vroeg of ik in staat was om naar kantoor te komen. Aangekomen op kantoor moest ik me melden bij hoofdbesteller Meijer. En heb toen uitgelegd hoe ik ertoe was gekomen om mij op zo'n manier ziek te melden en dat ik me vreselijk schaamde. Hij aanvaarde mijn excuus en deed het af als een jeugdzonde. Maar hij voegde eraan toe dat de sollicitatie aangehouden zou worden, zodat hij er nog over na kon denken.
Gelukkig voor mij vergaf hij mij het gebeurde en liet de sollicitatie doorgaan, zodat ik de test mocht maken en gelukkig slaagde ik hiervoor. Vanaf die tijd moest ik 3500 plaatsen van Nederland leren.
In 1964 werd ik benoemd tot expediteur. Via interne cursussen ben ik leidinggevende geworden en de laatste jaren als coordinator grote partijen. In oktober 2000 ben ik met de vut gegaan en op mijn kleinkinderen (twee jongens en mijn kleine meid) gaan passen hetgeen een fijne tijd was. Ze zijn inmiddels 18, 17 en 10 jaar. Ook heb ik nog 4 jaar als parttime besteller in Barendrecht gewerkt.
Nu genieten we van onze werkeloze tijd als 65 plussers en gaan regelmatig met de vouwwagen er op uit naar diverse campings in Spanje, Frankrijk en Nederland. Indien mogelijk nemen we de fietsen mee om veel fietsroutes te maken, de natuur heeft zoveel te bieden toch?
Nu sluit ik af en hoop alle bekenden op de reunie te ontmoeten.
Met vriendelijke groet,
Magnus Souverein