"Volg de stem van je hart" - Rinus Aldus

Herinneringen van Rinus Aldus aan zijn tijd in PTT-Internaat Het Posthuis en het begin van zijn loopbaan.

Maandag 5 september 1960 reisde ik als 16 jarige van mijn geboorteplaats Haaften (in de Betuwe) voor de eerste keer naar het PTT-Internaat in Rotterdam om te beginnen met de KTA-opleiding. Het was een noodonderkomen in het oude distictspostkantoor aan de Conradstraat (naast het Centraal Station tegenover het Groot Handelsgebouw) op onderstaande foto (uit 1960) nog net links boven zichtbaar.

Conradstraat Rotterdam

Na een reis van bijna 3 uur (i.v.m. slechte aansluitingen van bus en trein) was ik even stil en verrast over het Internaat. Het voormalige postkantoor was grotendeels leegstaand en oogde nu niet bepaald als een internaat of kostschool, zoals ik mij had voorgesteld. Op de eerste verdieping waren provisorisch kamers ingericht, maar de hartelijke ontvangst van de families Blom en Jabaaij vergoedde veel. In de loop van de ochtend kwamen mijn mede cursisten en toekomstige internaat bewoners uit alle verre windstreken van Nederland binnen. Groningers, Friezen, Zeeuwen, Tukkers, Brabanders, etc. etc. bijna alle dialecten werden er min of meer vertaald naar het stadse Nederlands. Ons werd verteld dat we over enkele maanden zouden verhuizen naar Het Posthuis aan de Westzeedijk. Dat zegde op dat moment niemand iets omdat vrijwel niemand goed bekend was in het Rotterdamse. Dat gold voor mij niet helemaal omdat mijn oma (van moederszijde) en nogal wat ooms en tantes in Rotterdam woonden en ik er wel eens logeerde. Maar na een weekje wennen was het eigenlijk best tof daar en gunstig gelegen. De muziek die wij toen draaiden ( The Shadows met Apache, Freddy Quinn, Brenda Lee, Elvis, Neil Sedaka, Paul Anka enz.) schalde enorm door het grote gebouw maar klachten over geluidsoverlast waren niet te verwachten. De opleidingen werd gegeven in het nieuwe Districtspostkantoor aan het Delftseplein (aan de andere kant van het Centraal Station) op de 10e verdieping. Na enkele maanden verhuisden we naar ons definitief onderkomen Het Posthuis aan de Westzeedijk 116. Een verbouwd voormalig hotel met een mooie inrichting en chique uitstraling.

Namen van jongens die ik mij herinner zijn o.a. Leen Hanenberg (Middelharnis?), Joop Scheperman en Theo Westervoorde (beiden uit Deventer), Wim Vos Warffum(?) Groningen, Bouke Bijsterbosch Enschede, Andre van As (Etten-Leur (?), Isaac Visser (Colijnsplaat), Wim Kallewaard (Zeeland), Sietze Faber (Sneek), Ad Damen (Brabant), Piet de Vries, Cees van Beugen (Almelo).

Er heerste een plezierige familiaire sfeer en er werd buitengewoon goed voor ons gezorgd door met name de heer en mevrouw Jabaaij. Ook hun kinderen (ik herinner me de dochter van Jabaaij en ook nog in het begin Peter Blom) hielden ons gezelschap. Wij als jonge jongens uit de provincie gingen uiteraard op verkenning naar het Rotterdamse avondleven ( de nacht was lastig want normaliter werd je geacht om 22.00 uur binnen te zijn) en ik herinner me ook nog onze excursies (met het pontje) naar “De Kaap”. En dan natuurlijk de strijd tussen Sparta en Feyenoord. (Sparta was in 1959 kampioen van Nederland geworden), maar Feyenoord had toch wel de grootste aanhang.

In het weekend gingen we naar huis om (althans de meesten) ’s-maandags weer terug te komen. Wat ik ook als de dag van gisteren herinner was de maandelijkse contante salarisbetaling door meneer Jabaaij. Mijn eerste salaris in september 1960 bedroeg f. 108,35 gulden bruto (guldens) en bijna f. 90, = netto per maand. Mijn kinderen kunnen het nauwelijks geloven, maar ik heb mijn strookje bewaard.

Ook de treinramp op 8 januari 1962 zal mij altijd bijblijven. De sneltrein Leeuwarden-Rotterdam met 900 mensen vertrok ruim 6 minuten te laat uit Utrecht en botste bij Harmelen om 09.18 uur op de stoptrein. 93 doden en 54 zwaar gewonden. Zelf had ik die dag de trein 20 minuten eerder genomen en hoorde pas op kantoor wat er gebeurd was. Ik wist dat er vrijwel zeker mensen in zaten van ons internaat of cursus, omdat ik zelf ook vaak die trein van. Adje Damen behoorde tot de gewonden en een meisje van mijn cursus uit Utrecht behoorde bij de dodelijke slachtoffers.

In juni 1962 moest ik mijn militaire dienstplicht gaan vervullenen en met weemoed verliet ik het internaat. Tijdens mijn een avondje stappen in Zwolle leerde ik eind 1962 Marijke kennen en hoewel ik ruim een jaar in Celle in West-Duitsland op een Duitse kazerne gelegerd werd, was het toch menens. We kregen “vaste verkering” en in 1968 zijn we getrouwd en nu bijna 47 jaar later zijn we nog steeds samen. We kregen 2 dochters en 2 zoons en inmiddels hebben we 1 kleindochter van 15 en 7 kleinzoons van 2 t/m 11 jaar).

De KTA opleiding volgde ik van september 1960 tot 1 dec. 1961. Onze cursusleider was meneer (Koos(?) Spelbrink. Mede cursisten waren o.a. Jaap Meeuwisse, Gé Haar (Kerkenveld), Tilly van der Ven (Brabant), Sietze Faber, Joop Kooi, Leen Hanenberg,e.a.

Na mijn beëdiging in maart 1961 mocht ik mijn praktijkstages vervullen op de postkantoren Avenue Concordia, Walenburgerweg en Westzeedijk. De opleiding vond ik bijzonder plezierig, niet bepaald moeilijk, hoewel er wel wat “stampwerk” aan te pas kwam. Zo moest je alle “uitgangen van Nederland” leren. Oud-PTT-ers weten wel wat ik bedoel. Ook hadden we een middag sport per week.

In de december maand mochten we meewerken op het toen hypermoderne districtspostkantoor Delftseplein met het verwerken van de grote hoeveelheden kerstpost. Veel gelachen maar zeker ook respect gekregen voor de bestellers en expediteurs die er altijd onder hoge druk werkten.

Na mijn afzwaaien uit militaire dienst stond ik voor de keus: terug naar het Internaat of op kamers. Ik wilde voorlopig heel graag terug naar het internaat en meneer Jabaaij gaf toestemming voor een tijdelijk verblijf wat uiteindelijk tot voorjaar 1964 duurde. Daarna reisde ik dagelijks op en neer tussen Haaften-Rotterdam. Inmiddels twijfelde ik of ik toch liever een andere kant op wilde met mijn loopbaan en verdere studie en zoals gezegd had ik inmiddels vaste verkering met Marijke uit Zwolle.

Dat lag ook gecompliceerd. Zij was R.K. en ik N.H. en de oecumene stond nog in de kinderschoenen. Met Jaap Jabaaij besprak ik in een lang gesprek mijn situatie en nog steeds ben ik dankbaar voor zijn wijze advies: volg de stem van je hart en ga nieuwe uitdagingen niet uit de weg. Per 1 mei 1965 heb ik mijn PTT-dienstverband beëindigd en vertrok uit Rotterdam. Na achtereenvolgens 4 jaar in Utrecht (UMS-Pastoe) en Zwolle (BP) in commerciële functies te hebben gewerkt trad ik in 1969 in dienst bij de Nederlandse Middenstandsbank te Almelo. In de jaren 1969 tot 1974 volgde ik de NIBE-opleidingen en werkte o.a. ook in Raalte.

Omdat ik ondertussen ook actief was in plaatselijke besturen van clubs en maatschappelijke organisaties ontstond langzamerhand mijn interesse om op gemeentelijk nivo te gaan werken.

In 1974 trad ik in dienst bij de gemeente Raalte en begon opnieuw aan een andere loopbaan en studie en ik heb daarna bij meerdere gemeenten (o.a Nijmegen en Rheden) gewerkt. Omdat ik als een soort “zij-instromer” werd beschouwd kreeg ik de gelegenheid tal van aanvullende bestuurs- en managementopleidingen te volgen en kon ik in redelijk korte tijd een versnelde carrière opbouwen. Binnen 10 jaar doorliep ik de rangen van commies, commies A, hoofdcommies A, B en C, referendaris A en B, administrateur enz. De laatste 15 jaar van mijn loopbaan heb ik achtereenvolgens gewerkt als Hoofd Volkshuisvesting, Hoofd Gemeentelijk Woningbedrijf en (adjunct) directeur van de Diensten Ruimtelijke Ontwikkeling en Openbare werken, Ruimtelijke Ordening enz. Boeiende, uitdagende en veel voldoening biedende functies en ik ging -geen dag uitgezonderd -in al die jaren met plezier naar mijn werk.

In 1998 werd ik vrij ernstig ziek (slokdarm-Barrett, gevolgd door een Burnout, ernstige depressie en vernauwing van mijn kransslagaders) en ging met Invaliditeitspensioen. Met medicijnen en regelmatige gastroscopieën met biopten van mijn slokdarm is e.e.a. onder controle. En nu geniet ik inmiddels van mijn AOW.

Terugziende om mijn periode in het internaat en bij de PTT doe ik met veel plezier en dankbaarheid. Het is voor mij een goede leerschool geweest voor mijn loopbaan en ook verdere leven. Koester je geluk elke dag als is het maar even en volg de keuze van je hart (wijs advies van Jaap Jabaaij).

O.a. de treinramp bij Harmelen, maar ook andere dingen hebben mijn denken over leven, geloof en toeval sterk beïnvloed. In 2002 stierven mijn ouders (beiden 90) kort na elkaar. Op de terugweg van de begrafenis van mijn moeder verongelukte mijn dierbare Rotterdamse neef Wim Westerlaken, in de jaren 50 tot 90 expediteur bij de PTT in Rotterdam. Twee voorbeelden hoe het leven altijd onvoorspelbaar verloopt. Materiële zaken zijn niet helemaal onbelangrijk, zeker voor hen die het op dat vlak niet gemakkelijk hebben, maar het echte geluk zit in andere dingen, zoals ik vanmorgen nog weer eens mocht ervaren.

Vanaf half 9 tot 1 uur stond ik op 4 verschillende voetbalvelden met 2 kleinzoontjes naar 4 andere kleinzoons te kijken naar hun pupillenwedstrijden te kijken en voor geen goud ter wereld zou ik dat willen hebben missen of ruilen.


Warnsveld, 12 september 2009.