Van herinneringen tot heden door Henk van Malsen

Internaatbewoner van 5 februari 1962 tot 6 januari 1965.

Ik zie me in gedachten nog staan tegen 11 uur op de Scheepstimmersmanlaan. Het was flink koud en guur weer. Uit lijn 5 gestapt, met een flinke koffer met kleding voor de hele week (bijna helemaal niet gebruikt).

Vroeg opgestaan, met de fiets en die koffer naar Tiel (ik kwam uit Zoelen), toen met de trein naar Rotterdam om je te melden op de afdeling personeelszaken.

In het internaat werd ik ontvangen door meneer Blom, die me al snel voorstelde aan meneer en mevrouw Jabaaij.
Na de nodige administratieve handelingen werd ik met mijn koffer naar kamer 2 gebracht, waar ik het bed kreeg onder Johan Albers.
Ik voelde me al vrij snel thuis met al die vreemdelingen al wist ik niet altijd waar ze het over hadden. Sommige heb ik eigenlijk nooit goed verstaan.

Al snel moest ik naar de leerling-bestellers cursus, jawel in de Spaarbankstraat met als cursusleider meneer Jabaaij. Lang zou dat feest (de meeste zullen dit beamen) echter niet duren want meneer Jabaaij kreeg het drukker in het internaat en werd opgevolgd door Mees Meinster en wij moesten naar het Districtspostkantoor (het feest was over).
De cursustijd heb ik als erg fijn ervaren, heb in die tijd 2x mogen deelnemen aan de Vierdaagse in Nijmegen en een week naar Lunteren geweest. We moesten echter wel vanaf Rotterdam met de fiets in de vorm van een puzzeltocht.

Onmiddellijk na mijn internaattijd ben ik getrouwd, Rient Menger schrijft erover.
Hij, Bertus Fox en Mevr Jabaaij waren op onze receptie.

Na ons trouwen (ertussendoor militaire dienst) zijn wij in Mijnsheerenland gaan wonen.
Ik werd daar een echte plattelandspostbode, want behalve wat ik in Rotterdam had gedaan n.l. post rond brengen kreeg ik nu te maken met alle posthandelingen. Geld storten op de RPS en AOW-uitbetalingen werden normale zaken zoals ook girostortingen gewoon aan huis.

Later ben ik weer terug gegaan naar Rotterdam waar ik nog best veel bekenden tegenkwam.
Ik heb daar nog diverse functies gehad o.a. hoofdbesteller, cursusleider, groepsleider en bestellerchauffeur. Ook heb ik fijne jaren gehad in de OC Roterdam-West en de OR van de Regio Zuidwest.

Ik was echter bijzonder blij dat ik in 2002 met de VUT kon en hoop in 2010 van mijn AOW te kunnen gaan genieten.

Vrij snel nadat wij in Mijnsheerenland woonden ontstond mijn hobby. In 1965 haalde ik mijn EHBO-diploma en in 1967 werd ik actief bij het Nederlandse Rode Kruis. Deze hobby’s ontwikkelden zich van kwaad tot erger met als gevolg dat ik al vele jaren jaarlijks enkele weken (sinds 2002 samen met mijn vrouw vele weken) met het mooiste passagierschip van Nederland n.l. de J.HENRY DUNANT mee vaar om zieke/ouderen en gehandicapten een fijne/onvergetelijke week vakantie te bezorgen.

Ik was en ben vreselijk trots dat ik voor deze hobby op 5 december 2006 werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. Zonder de steun van mijn vrouw was dit echter niet mogelijk geweest.

Tussen mijn werk en mijn liefhebberijen had mijn vrouw de zorg over onze 4 kinderen.
We zijn ondertussen de grootouders van 10 kleinkinderen (een is er overleden voor de geboorte). Sinds november 2008 zijn wij echter ook nog de overgrootouders van een heerlijke achterkleinzoon.

Mijn vrouw, die ook PTT-er was toen we touwden is sinds 2006 met de POA na een dienstverband, met onderbreking, van ruim 26 jaar en gaat eind dit jaar met pensioen.